Een op twee Belgische woningen is nu al klaar voor een warmtepomp, maar de eigenaars blijken daarvan niet op de hoogte. Dat is alvast één opmerkelijke bevinding die naar voren komt uit het Nationaal Verwarmingsonderzoek. Uit de bevraging blijkt dat er nood is aan begeleiding en meer informatie. Een job weggelegd voor de sector, media en overheid, met onder meer energiehuizen en -coaches. Uiteraard is ook de adviserende rol van de installateur zeer belangrijk, net als die van de architect, die de bouwheer begeleidt, zowel bij nieuwbouw maar ook bij een grotere energetische renovatie van een bestaand pand.
Installatie & Bouw was aanwezig tijdens het panelgesprek waarbij de resultaten van het Nationaal Verwarmingsonderzoek, uitgevoerd door iVox in opdracht van Daikin, werden toegelicht. Tom Defruyt van Eneco, Vincent Vancaeyzeele van Techlink, Sam Hamels van UGent en Luc De Smet van Daikin gingen dieper in op de bevindingen. Want ook al zijn we op de goede weg, een versnelling van de transitie naar een meer duurzame manier van verwarmen is nodig. Traditionele verwarming moet verder plaats ruimen voor warmtepompen. Zijn de woningen en ook de consumenten er klaar voor? Wat zijn de uitdagingen? Een toelichting.
Uit de nieuwe onderzoeksresultaten is naar voor gekomen dat de Belg voornamelijk nog klassiek verwarmt. Zo heeft 59 procent nog steeds een gasketel. Toch zien veel Belgen het belang in van de overstap naar hernieuwbare energie en slimme technologieën. Een kwart van hen zegt dat er nood is aan een energetische renovatie met extra isolatie en een nieuw verwarmingssysteem. Al is er nog wat onzekerheid over welk systeem hij moet kiezen. Luc De Smet, Director Strategy & Innovation bij Daikin: “Ondanks dat een op de vier geïnstalleerde toestellen voor centrale verwarming al een warmtepomp is, twijfelt de gemiddelde Belg nog of de eigen woning geschikt is voor een warmtepomp. Wanneer we gaan kijken naar de woningoppervlakte, het ingeschatte energieverbruik en de aangegeven isolatiegraad van de woning, zien we nochtans dat ongeveer een op twee woningen er klaar voor is.” Sam Hamels, Energy Economics Reseracher aan UGent vult aan: “Bovendien moeten verschillende mythes ontkracht worden. Zo denkt nog steeds een op twee Belgen dat warmtepompen alleen interessant zijn voor nieuwbouw.” Nog zo’n mythe is dat bij een warmtepomp vloerverwarming sowieso een must is. Correct, vloerverwarming garandeert de hoogste efficiëntie. Maar als dat niet kan, dan zijn ook radiatoren – vaak zelfs de bestaande – een optie. Besluit: het is essentieel om deze misvattingen te weerleggen en meer bewustzijn te creëren over de mogelijkheden van warmtepompen in bestaande woningen.
Om economisch rendabel te investeren in een warmtepomp, moet er rekening gehouden worden met het aangegeven verbruik, de oppervlakte van de woning en de isolatiekwaliteit. Een studie van VITO toont aan dat met de huidige energieprijzen een warmtepomp rendabel is bij woningen met een warmtevraag beperkt tot 70W/m², bij kleinere woningen is dat zelfs 100W/m². Tom Defruyt van Eneco: “Of een woning technisch klaar is voor een warmtepomp, kan achterhaald worden met de 50-gradentest. Zet tijdens een winterprik de verwarmingsketel op 50 graden Celcius in plaats van 70 of 80 graden. Lukt het om de woning warm te krijgen, dan kan een warmtepomp. Dit bleek bij een vorig jaar uitgevoerde test het geval bij een op de twee klanten.” Waarom twijfelen we dan nog? Informeren is belangrijk, maar de manier om de Belg helemaal te overtuigen is met het overduidelijke effect in de portemonnee. De voornaamste reden die de bevraagden opgaven om een warmtepomp te installeren, is nog steeds om geld te besparen. “Die hoge heffingen op elektriciteit, dat is waar het schoentje knelt in België”, reageert Tom Defruyt. “Voor een goede terugbetalingstermijn op de warmtepomp moet de verhouding van de prijs voor elektriciteit op gas naar omlaag.” Concreet: door de heffingen op elektriciteit te verlagen of verschuiven naar gas kan de energietransitie verder versnellen, zoals ook in Nederland het geval is. Die taxshift komt er volgens de panelleden sowieso aan. Belangrijk om de bouwheer, die nu investeert in een nieuw verwarmingssysteem voor de komende decennia, daar attent op te maken.
Die toenemende vraag naar elektriciteit, kan ons net dat wel aan? Tom Defruyt: “Enerzijds wordt er volop geïnvesteerd in meer Belgische zonne- en windenergie, anderzijds zetten we in op flexibele sturing met dynamische tarieven waarbij de pieken worden afgevlakt.” De combinatie van een warmtepomp met dynamisch elektriciteitstarief en een slimme sturing, nu al mogelijk, lijkt opportuun. Op deze manier blijft het net in balans en doet de klant een extra besparing. Samengevat: de verwarmingssector en energiesector zetten volop in op de energietransitie en een groenere toekomst. Alles komt neer op informeren, begeleiden en samenwerken zodat de eindklant mee stapt in het verhaal zonder twijfel of onzekerheid.