Een populair Chinees spreekwoord luidt: “Het beste moment om een boom te planten was 20 jaar geleden. Het tweede beste moment is vandaag.” Dit gezegde is ook van toepassing op hoe we omgaan met de aarde en hoe we de ambitieuze, maar belangrijke klimaatdoelstellingen kunnen behalen. Als verwarmingsfabrikant met meer dan 80 jaar ervaring is Remeha, tevens marktleider in het groot vermogen, goed geplaatst om een blik te werpen op de toekomst. De uitdagingen waar de maatschappij in het algemeen en zeker ook de verwarmingssector voor staan vragen om een snelle, kordate maar tegelijk realistische oplossing.
Remeha gaat er prat op een langetermijnvisie naar voren te schuiven. Christophe Leroy, Managing Director Remeha Belgium: “Onze groep is eigendom van een stichting, hetgeen betekent dat wij geen aandeelhouder hebben aan wie wij een deel van onze winst moeten uitkeren. Wij investeren elke euro terug in onze activiteit.” Ook wat betreft energietransitie en verduurzaming verricht Remeha al jaren onderzoek.
“Iedereen beseft stilaan de sense of urgency. Er is geen tijd voor trial & error. Maar de acties moeten wel realistisch en betaalbaar zijn.” Leroy vindt dat het debat niet verengd mag worden tot een discussie
over duurzame en fossiele technologieën. “Volgens ons is die discussie naast de kwestie: een technologie kan namelijk niet duurzaam óf fossiel zijn. Het hangt ervan af welke energie gebruikt wordt. Die moet duurzaam zijn. Elektriciteit die ‘s nachts in een gascentrale wordt gemaakt is niet duurzaam. Dus een elektrische warmtepomp is enkel duurzaam wanneer ze met duurzame elektriciteit werkt. Op dezelfde manier is een gasketel niet duurzaam als hij met aardgas werkt, maar is hij wel duurzaam als hij met groen gas werkt, zoals bijvoorbeeld waterstofgas.”
Om tegen 2050 CO2-neutraal te zijn, moeten er snel stappen gezet worden. Wachten op een nieuwe, alles oplossende technologie is geen optie, meent Leroy. “We zullen moeten werken met de techno-
logieën die vandaag bestaan. Door het verduurzamen van onze energiedragers, warmte, elektriciteit en gas, gaan we naar een duurzame toekomst.”
Een eerste, noodzakelijke stap is de 1 op 1 vervanging van een oude verwarmingsketel door een nieuw, condenserend exemplaar. “Het grootpotentieel voor energiebesparing en CO2-reductie zit in het bestaande gebouwenpark. Er staan vandaag meer dan twee miljoen niet-condenserende ketels in België die vaker meer dan 20 jaar oud zijn. Een grootschalige vervangingsoperatie kan resulteren in een besparing van 2 miljoen ton CO2. En dat is 15% van wat we tegen 2030 moeten bereiken.”
Leroy pleit voor realisme wanneer over duurzame oplossingen gesproken wordt. “Groene elektriciteit is uiteraard een goede stap vooruit. Alleen is het onmogelijk om alle nodige energie uit windmolenparken en zonnepanelen te halen. We verbruiken vandaag zeven keer zoveel energie voor mobiliteit en het verwarmen van gebouwen dan elektriciteit. Het is een illusie dat alles elektrisch kan. Dus de enige oplossing is om gas ook te verduurzamen, bijvoorbeeld via waterstofgas.”
Leroy ziet wel heil in een mix van technieken, die gebruik maken van duurzame en groene energiebronnen. Zonnecollectoren, warmtenetten, WKK’s en natuurlijk warmtepompen zijn allemaal oplossingen die aandacht verdienen, al zijn geen van deze technieken altijd en overal van toepassing. Er moeten heel wat randvoorwaarden vervuld zijn om een welbepaalde technologie efficiënt te kunnen gebruiken.
Er bestaat geen toveroplossing: de toekomst zal hoe dan ook bestaan uit meer dan één technologie, zo besluit Leroy: “Welke technologie of combinatie van technologieën gekozen wordt hangt af van
iedere situatie: gaat het om een nieuwbouw, renovatie, of een simpele vervanging? Wat is het beschikbare budget, het ambitieniveau, de omgeving, het energiegebruikersprofiel,…? Al deze aspecten leiden tot de conclusie welke technologie beter geschikt is dan een andere.”