De digitale bouwrevolutie is volop aan de gang, met dank aan de steile opmars van BIM. Dat de veelbelovende theorie elke dag een beetje meer wordt omgezet in de praktijk, bleek tijdens het inspiratie-event van Het Digitaal Bouwteam dat begin oktober vorig jaar plaatsvond in Gent. Niki Cauberg, head of digital construction bij Buildwise, zoomde in op de hedendaagse en toekomstige BIM-mogelijkheden en vertelde wat ons de komende jaren te wachten staat. “Het punt waar we uiteindelijk heen willen, is Design for Manufacturing and Assembly.”
Enkele jaren geleden opperden enkele schaarse sceptici nog dat het hoogstens een trend was, maar intussen valt het niet meer te ontkennen: door de mogelijkheden die nu al voorhanden zijn, biedt BIM een meerwaarde in elke fase van het bouwproces. Bovendien komen er steeds meer innovatieve softwaretoepassingen op de markt, die maken dat er de komende vijf jaar nog heel wat extra mogelijkheden zullen ontstaan. “Naast de zaken die nu al vrij goed ingeburgerd zijn – 2D- en 3D-ontwerpplannen deduceren, aan clashdetectie doen, werfvergaderingen animeren en op basis daarvan knopen doorhakken … – zullen we bijvoorbeeld rechtstreeks kunnen zien welke impact bepaalde ontwerp- en bouwkeuzes hebben op de EPB- en LCA-score. Realtime dashboarding dus in plaats van een a posteriori rapportage, zoals nu nog het geval is”, vertelt Niki Cauberg.
In afwachting van dergelijke veelbelovende nieuwigheden is er in de ontwerpfase nog heel wat marge voor verbetering, stelt Niki Cauberg. “Waar we in de eerste plaats sterker in moeten worden, is in het van meet af aan definiëren waar het BIM-model voor gaat dienen. Het spreekt voor zich dat je andere parameters nodig hebt voor clashcontrole dan voor LCA-analyse via Totem. Daarnaast zou BIM makkelijker en intuïtiever hanteerbaar moeten zijn voor partijen met minder technologische expertise. Denk bijvoorbeeld aan VR-(her)modellering: een bouwheer die met behulp van een virtualrealitybril rondloopt in het 3D-model en in real time zaken kan aanpassen. Dit zou het mogelijk maken om snel en duidelijk verschillende scenario’s tegen elkaar af te wegen en heel wat beslissingen naar voren te trekken in het bouwproces, zoals de keuze van de vloer- en wandafwerking. Daarnaast hopen we ook dat een bouwaanvraag binnenkort op basis van een BIM-model zal kunnen gebeuren. Dat zou de doorlooptijd aanzienlijk kunnen verkorten, naar enkele dagen in plaats van maanden, waardoor zelfs tussentijdse benchmarking mogelijk zou zijn. In België is dat nog geen gangbare praktijk, maar in Estland gebeurt het wel al en vanaf 2025 zal het in Finland zelfs verplicht zijn om bouwaanvragen in te dienen via BIM. Het is dus geen sciencefiction!”
Tijdens de uitvoeringsfase komt het erop aan om de digitale voorbereiding door te trekken naar de werf. Daarbij kan augmented reality een belangrijke rol spelen, weet Niki Cauberg. “Bovendien is er de voorbije twee jaar software gelanceerd voor werfopvolging op basis van 360°-camerabeelden. Zo kan er intuïtief – lees: zonder dat er technische voorkennis nodig is – een gedetailleerde vorderingsstaat gemaakt worden. Als er sprake is van een BIM-model, kan dat ook makkelijk getoetst worden aan de – al dan niet voorlopige – realiteit, inclusief automatische detectie van anomalieën, uitvoeringsfouten enzovoort. Dat maakt dat de voortgang van de werken nog een stuk accurater kan worden ingeschat. Voorts is het zaak om naast gespecialiseerde BIM-experts ook alle andere bouwpartners te betrekken bij het digitale bouwproces, met name door data vlot ter beschikking te stellen en eenvoudig aanpassingen mogelijk te maken via gebruiksvriendelijke technologische toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan opmeting van de ruwbouw in functie van de productie van het schrijnwerk, waarvan de resultaten meteen verwerkt worden in het BIM-model. Willen we de mogelijkheden van het centrale BIM-model optimaal benutten, dan zullen we hoe dan ook meer aandacht moeten besteden aan standaardisatie. BIM betekent steeds meer een database in plaats van een 3D-representatie, dus er is nood aan interoperabiliteit. De tools die momenteel beschikbaar zijn, spreken nog te veel een eigen taal.”
Tot slot is Niki Cauberg van mening dat de bouwsector veel meer moet industrialiseren en lessen kan trekken uit zogenaamde good practices in andere sectoren, zie bijvoorbeeld realtimetracking bij pakjesbezorgingsdiensten of in de automobielindustrie. “In de toekomst zullen er nog maar heel weinig bouwprocessen zijn die niet te maken hebben met digitalisatie”, benadrukt hij. “Waar veel bouwactoren nu nog een sterke projectfocus hebben en grotendeels ad hoc werken, zal het accent steeds meer verschuiven naar voorgedefinieerde processen. BIM is een cruciaal hulpmiddel om dat te bewerkstelligen. Dat wil niet zeggen dat iedereen alles tot in de puntjes moet doorgronden en beheersen, maar zeker de coördinerende partijen – lees: grote aannemers, studiebureaus en architectenbureaus – zullen in dit opzicht het voortouw moeten nemen als ze relevant willen blijven. Het punt waar we uiteindelijk heen willen, is Design For Manufacturing and Assembly. Lees: niet ontwerpen om louter iets moois te maken, maar vooral ook het maak- en installatieproces sterk optimaliseren. In die optiek worden bouwknopen bijvoorbeeld zo geassembleerd dat ze – volledig in lijn met de architectuur en stabiliteit – sneller monteerbaar en demonteerbaar zijn, wat het rendement danig verhoogt. Een belangrijke voorwaarde om Design For Manufacturing and Assembly te doen slagen, is wel dat ontwerpers en softwareontwikkelaars op één lijn zitten. Dat gaat vrij ver en is dus niet evident, maar beetje bij beetje begint het de juiste richting uit te gaan. Ik schat dat we hier binnen een jaar of vijf wel vooruitgang in zullen boeken.”