De stand van Cebeo op Intersolution 2020 staat in het teken van het thema ‘zelfconsumptie’. Met het oog op de recente introductie van de digitale meters krijgen bezoekers te horen dat het streefdoel 100% zelfconsumptie is. “Ook al is dat overdreven, we willen duidelijk maken dat het belangrijk is om zoveel mogelijk opgewekte energie zelf te verbruiken.”
Cebeo wil op Intersolution 2019 alle professionelen aanspreken die met energie bezig zijn. Hilde Vandenberghe, Product Manager bij Cebeo: “En dan gaat het niet enkel om verwarming, maar ook om bijvoorbeeld sanitair warm water en elektriciteit.” De boodschap is glashelder: “In de komende energietransitie is een verhoogde zelfconsumptie cruciaal. We streven van om en bij de 30 procent nu naar minstens 60 à 70 procent.”
Met zelfconsumptie wordt bedoeld: de energie die PV-panelen produceren zoveel mogelijk zelf verbruiken, en dus niet injecteren in het net. “Nu nog overheerst de misvatting dat zoveel mogelijk injecteren in het net het meeste rendeert. Subsidies uit het verleden hebben geresulteerd in dergelijke hardnekkige misverstanden. Rekenkundige modellen bewijzen net uitvoerig dat zelfverbruik financieel voordeliger is.”
Vandenberghe vervolgt: “Eigenaars van zonnepanelen willen die investering zo snel mogelijk terugverdienen. Dat kan door de opgewekte energie zelf verbruiken. En daar zijn geen grote aanpassingen aan hun installatie voor nodig. Dit is een belangrijke boodschap voor zowel de eigenaar van zonnepanelen als voor de PV-installateur.”
In 2019 werd de digitale meter voor PV-installaties een feit. Cebeo ziet de vervanging van een analoge teller door een digitaal exemplaar niet als een bedreiging, maar net als een opportuniteit voor zonnepanelen. “De digitale meter geeft je data. En wie data heeft, heeft kennis. Bewoners zullen in kaart kunnen brengen welke de grote energieverbruikers in huis zijn. Op basis daarvan kunnen ze hun gedrag aanpassen. De digitale meter is dus een opportuniteit.”
Op Intersolution 2020 stelt Cebeo een concreet concept voor om zelfconsumptie te verhogen. “Neem nu een gezin dat overdag uit werken gaat, terwijl de zon schijnt. Hoe kunnen zij aan zelfconsumptie doen? Door energie op te slaan. Iedereen denkt dan aan een batterij, maar er zijn nog andere mogelijkheden. Zo kan je de energie opslaan in het sanitair warm water, en deze zo aanwenden om ’s avonds een douche te nemen. Wie zijn huis verwarmt met een warmtepomp met buffervat, kan deze overdag al activeren zodat het huis langzaam kan opwarmen.”
Vandenberghe: “Een belangrijke voorwaarde: alle installaties en systemen moeten geconnecteerd kunnen worden. Energy management wint ook aan belang, om je energieverbruik goed in kaart te brengen en vooral: het op een juiste manier te beheren.” Ook voor installateurs staan er veranderingen op til. “Zij zullen meer en meer met data moeten kunnen omgaan. Installateurs die zich nu al specialiseren in smart home-oplossingen hebben op dat vlak een streepje voor.”
Vandenberghe beseft wel dat gedragswijzigingen niet van de ene dag op de andere mogelijk zijn. “Het zal dus de nodige tijd in beslag nemen om de geesten te laten rijpen. “Op zich is dat niet nieuw: enkele decennia geleden moesten we wennen aan het idee van een dag- en nachttarief. Dat is uiteindelijk ook gelukt.”
Met PV-panelen, de digitale meter en hernieuwbare energie in zijn geheel komt het eveneens goed, klinkt het overtuigd bij Hilde Vandenberghe: “Wie bouwt of renoveert wil dat zijn investeringen opbrengen, maar wil tegelijk ook comfort. Als wij samen met de installateur aantonen dat investeringen in een grotere zelfconsumptie extra comfort opleveren, dan effenen we hiervoor vanzelf het pad.”