Tegen 2050 wil Europa volledig koolstofneutraal zijn. Daarom zoeken wetenschappers voortdurend naar oplossingen om die doelstelling waar te maken. De stookoliesector spitst zich toe op koolstofneutrale brandstoffen. Deze brandstoffen zijn klimaatneutraal, hernieuwbaar, en hebben dezelfde voordelen als stookolie: eenvoudig te vervoeren, en op te slaan en permanent beschikbaar.
Er bestaan vier verschillende soorten koolstofneutrale brandstoffen: FAME, Biomass-to-Liquid en HVO (dit zijn allemaal biofuels of biobrandstoffen) en tot slot de e-fuels.
FAME (Fatty Acid Methyl Ester): een hernieuwbare brandstof gemaakt van gerecycleerde dierlijke en plantaardige oliën wordt gemengd met stookolie om die te verduurzamen. De transportsector gebruikt deze brandstof nu al.
BtL (Biomass-to-Liquid): een vloeibare en koolstofneutrale brandstof die wordt gemaakt van biomassa en plantaardig afval, zoals houtpulp, plantaardige olie of algen.
HVO (Hydrogenated vegetable oil): wordt gemaakt door plantaardige oliën en bakolie-afval te behandelen met waterstof. Tegenwoordig wordt meer HVO geproduceerd uit afval- en restvetfracties van de voedsel-, vis- en slachthuisindustrie en uit plantaardige oliefracties die niet kwalitatief genoeg zijn als voedsel.
E-fuels: synthetische brandstoffen die worden gemaakt met de hulp van zonne- of windenergie.
Die groene stroom wordt gebruikt om hernieuwbare brandstoff en te maken waarbij ook CO2 wordt opgevangen uit de lucht. Zo wordt een deel van het broeikasgasprobleem een deel van de oplossing.
Voor verwarming is er veel potentieel, omdat koolstofneutrale brandstoffen in bestaande verwarmingsketels gebruikt kunnen worden en ook geen grondige aanpassingen vragen van ons energiebevoorradingssysteem. Of je heel binnenkort al zult kunnen verwarmen met koolstofneutrale brandstoffen? Die kans is klein. De productiekosten van koolstofneutrale brandstoffen liggen voorlopig hoog omdat ze nog niet in hele grote volumes gemaakt worden.
De koolstofneutrale brandstoffen zijn drop-in fuels: ze kunnen dus gemengd worden met stookolie. Hun aandeel in de mix kan op korte termijn geleidelijk aan toenemen, naarmate de kostprijs ervan daalt, door de grotere beschikbaarheid. Zo wordt het mogelijk om de stookolie op langere termijn volledig te vervangen.
Enkele testgezinnen in België en in andere Europese landen verwarmen op dit moment al probleemloos op een mengsel van koolstofneutrale brandstof en stookolie.
In Scandinavische landen is het verwarmen op FAME al meerdere jaren ingeburgerd. In België wordt FAME momenteel gebruikt als biobestanddeel in de transportdiesel, de toepassing voor verwarming moet hier nog volgen. En dat dit probleemloos kan bewijzen veldtesten met variërende mixverhoudingen overal in Europa en sinds december vorig jaar ook in België waar in alle comfort met een mix van 20% FAME en 80% stookolie wordt verwarmd.
In Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en België lopen ook talrijke pilootprojecten in particuliere woningen met cv-ketels waarbij ofwel 100% HVO of HVO in mengvorm met stookolie wordt gebruikt.
“Uit die testen in Duitsland en Finland bleek dat het product in om het even welke verhouding gemengd kan worden met traditionele stookolie. HVO kan zelfs puur veilig gebruikt worden”, zegt Pieter Zonneveld, Vice President Sales voor Europa en Azië bij duurzame dieselspecialist Neste. “In Finland heeft Neste HVO langer dan 10 jaar opgeslagen en de kwaliteit is nog steeds bijzonder goed. De verbrandingswaarde van HVO is met 44,1 MJ/kg bijna identiek aan die van stookolie.”
Een woning met een vernieuwde verwarmingsinstallatie op 30% HVO stoot in combinatie met isolatie 80% minder CO2 uit dan initieel. Met 50% HVO verlaagt de CO2-uitstoot van dezelfde woning zelfs met bijna 90%. Een uiterst belangrijk bijkomend voordeel van HVO, en de andere koolstofneutrale brandstoffen, is dat moderne verwarmingsinstallaties zo goed als geen aanpassingen nodig hebben om op HVO te werken. Je hoeft dus geen nieuwe ketel of brandstoftank te plaatsen om duurzamer te verwarmen.
Hoewel Biomass-to-liquidbrandstoffen en e-fuels momenteel nog duurder zijn dan hun gewone stookolie, kunnen ook zij een interessante oplossing vormen, zeker zodra de prijs dankzij schaalvergroting zal beginnen te dalen. De verwachting is dat Biomass-to-Liquidbrandstoffen op korte termijn en stapsgewijs ingeburgerd zullen raken – eerst in mengvorm met fossiele brandstoffen, vervolgens in pure vorm – en dat de uitstoot van broeikasgassen zo snel zal dalen. Op iets langere termijn zijn ook de e-fuels veelbelovend, al is er voor die laatste soort hernieuwbare brandstof wel genoeg zon of wind nodig. De aanmaak van zulke e-fuels zal dus wellicht gebeuren in regio’s in de wereld waar er veel zon of wind beschikbaar is.