Passiefgebouwen scoren dan wel hoog op duurzaamheid, het gebrek aan actieve verwarming of koeling mag niet ten koste gaan van de thermische behaaglijkheid. In zijn nieuwe hoofdkwartier in Brussel, een passiefgebouw, onderzoekt BNP Paribas Fortis dan ook elke klacht rond het thermische comfort op een objectieve manier. “Met de meettoestellen van Testo”, klinkt het.
In hoge mate circulair en moduleerbaar, maar ook fossielvrij: het nieuwe hoofdkantoor van BNP Paribas Fortis in Brussel, dat drie jaar geleden in dienst werd genomen, neemt een wissel op de toekomst met onder andere een innovatief verwarmings- en koelingssysteem: seizoensgebonden thermische energieopslag (STES) in de kelder met reservoirs van duizenden kubieke meters water, gekoppeld aan op zonne-energie werkende warmtepompen, zorgt in de zomer voor koeling en in de winter voor verwarming, zonder fossiele brandstoffen. Dat energetische concept, dat het gebouw een certificaat van passiefgebouw opleverde, mocht echter niet leiden tot minder thermisch comfort voor de gebruikers van het gebouw. Thermische behaaglijkheid stond dan ook bovenaan het lastenboek.
“Thermische behaaglijkheid verwijst naar de mate waarin mensen zich comfortabel voelen in hun thermische omgeving, en is zeer bepalend voor het lichamelijke en geestelijke prestatievermogen,” legt Jeroen Van Der Kelen, managing director van Testo België, uit. “Het is een gevoel dat beïnvloed wordt door luchttemperatuur, stralingstemperatuur, luchtsnelheid of tocht en luchtvochtigheid, maar ook door kleding en activiteit.”
Om het thermische comfort in zijn nieuwe kantoorgebouw in Brussel te garanderen, rustte BNP Paribas Fortis elke verdieping uit met klimaatplafonds. Die zorgen voor een gelijkmatige verspreiding van warmte of koelte. Toch blijft het meten en monitoren van de ervaringen van medewerkers essentieel. “Want de warmtebalans is voor iedereen verschillend,” zegt Joost Bossin, engineering expert HVAC bij BNP Paribas. “Sommige mensen hebben het sneller koud, anderen vinden het al gauw te warm. Wij krijgen dus regelmatig meldingen, die we objectief evalueren met onze meetapparatuur.”
Daarbij speelt de technologie van Testo een sleutelrol. Joost Bossin en zijn team maken intensief gebruik van zowel de datalogger testo 160 IAQ als de meer geavanceerde klimaatmeter testo 400. Die laatste is onder meer onmisbaar voor het behalen van de beoogde WELL Gold-certificering, het keurmerk waarin thermisch comfort een van de tien centrale pijlers is. De metingen moeten daarbij om de zes maanden herhaald worden, een taak die dankzij de toestellen in eigen beheer uitvoerbaar blijft. “Omdat we ze jaarlijks laten kalibreren bij Testo, mogen we de metingen zelf uitvoeren,” aldus Joost Bossin.
De eisen op het vlak van thermisch comfort binnen de WELL‑Gold-certificering liggen hoog, want temperatuur, stralingstemperatuur, luchtvochtigheid en comfortgevoel moeten via indicatoren als predicted percentage of dissatisfied (PPD) en predicted mean vote (PMV) gemeten worden op vier hoogtes: 10 cm, 60 cm, 1,1 m en 1,7 m. Voor al die metingen gelden aparte normen, en de testo 400 heeft voor elke norm een specifieke sonde. “Eenmaal alles correct is ingesteld, verlopen de metingen bijna automatisch,” vertelt Joost Bossin. “De toestellen doen zelf de berekeningen en leveren accurate, overzichtelijke rapporten. Zelfs als je achteraf een fout ontdekt in een parameter, kun je die retroactief aanpassen zonder de meting opnieuw te moeten uitvoeren.”
Een vaak voorkomende klacht is tocht. Met de testo 400 kan Joost Bossin luchtsnelheid en turbulentie nauwkeurig in kaart brengen. Ook bij werkplekken met hoge hittebelasting komt de apparatuur goed van pas. De Wet Bulb Globe Temperature (WBGT)-index, een samengestelde temperatuurmaat die de belasting van het menselijke lichaam door hitte inschat, op basis van luchttemperatuur, luchtvochtigheid, stralingswarmte en windsnelheid, wordt er nauwkeurig mee geregistreerd.
Ten slotte is luchtkwaliteit een kritieke factor. Het is bewezen dat hoge CO2-concentraties vermoeidheidsklachten vergroten en de concentratie aantasten. De testo 400 maakt het mogelijk om ook CO2-concentraties accuraat te meten, wat verder van belang is in het kader van de Belgische regelgeving rond binnenluchtkwaliteit.
“De meetapparatuur van testo zorgt er dus voor dat onze collega’s zich beter voelen. Door het verkregen realistische beeld van de werkomstandigheden, kan de facility manager immers gerichte actie ondernemen in het geval van een terechte klacht of probleem,” besluit Joost Bossin.
Neem dan rechtstreeks contact op met Testo NV/SA.