Ook de Belgische WTC-torens zijn al een tijdje niet meer. Of toch niet helemaal. De betonstructuur van de twee iconische torens aan het Brusselse Noordstation werd hergebruikt voor de realisatie van het ZIN In Noord-project, dat wonen, werken, ontspannen, winkelen en ontmoeten samenbracht onder één dak. Omdat ook heel wat andere materialen werden hergebruikt, geldt het nieuwe gebouw als voorbeeldproject op het vlak van circulair verbouwen. Dankzij state-of-the-art technieken en een dito gebouwbeheersysteem, is ook het energetische plaatje van het ZIN In Noord-project duurzaam te noemen. Met dank aan de tandem VMA en Beckhoff Automation.
ZIN In Noord is 128 m hoog en verbindt de twee bestaande torens. Binnen vind je verdeeld over 31 verdiepingen 70.000 m² kantoorruimte, 5.000 m² coworkingruimte, 127 appartementen, 240 hotelkamers en sport-, recreatie-, restaurant- en winkelfaciliteiten. Onder het gebouw kwamen 1.185 parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen. Op zich al indrukwekkende cijfers, maar met zijn circulaire aanpak verlegde het ontwerpteam achter ZIN In Noord pas echt de bakens in België.
Zo werd niet alleen de betonstructuur van de twee voormalige WTC-torens hergebruikt, maar kregen ook heel wat andere materialen uit die toren een tweede leven. In het ZIN In Noord-project, maar ook in andere bouwprojecten. En ook bouwmaterialen die vrijkwamen in andere gebouwen, vonden hun weg naar het ZIN In Noord-project. Het nieuwe gebouw werd ook aanpasbaar ontworpen, zodat het zich zonder structurele ingrepen kan aanpassen aan veranderende noden.
VMA stond als multitechnische specialist in voor zowat 95% van alle technieken in het ZIN In Noord-project, geen evidentie gezien de omvang van het project. “Omdat onder meer werd vastgelegd dat het energieverbruik elk jaar moet dalen, was een gebouwbeheersysteem een must”, vertelt Pascal Kinoo, commercieel verantwoordelijke bij VMA.
Een uitdaging voor VMA, naast de schaal van het project, was onder meer het feit dat het gebouw verschillende gebruikers zou kennen. “Alles moest fysiek afgescheiden zijn, waardoor we voor de bekabeling niet altijd het gemakkelijkste traject konden volgen”, legt Dirk Stradiot, software engineer bij VMA uit, die ook de taak had alle technieken naadloos te laten communiceren in VManager, VMA’s eigen gebouwbeheersysteem.
Om dat tot een goed einde te brengen koos Dirk Stradiot voor een aparte aanpak. “Waar in standaardprojecten alle instellingen geprogrammeerd zitten, kunnen de gebruikers hier nog spelen met verschillende parameters. Dat is bijvoorbeeld interessant om de optimale balans tussen energieverbruik en comfort af te toetsen. Daarnaast hebben we vroeg in het traject de principes van sturing en regeling ook met de gebruikers besproken.”
Dat de samenwerking met de ingenieurs van VK architects+engineers, part of Sweco en de rest van het projectteam bijzonder constructief verlopen is, was volgens Dirk Stradiot een tweede succesfactor in dit verhaal.
Beckhoff Automation leverde de hardware en automatiseringstechnologie voor het gebouwbeheersysteem van VMA. “We kozen voor de technologie van Beckhoff Automation omdat die toelaat alle technieken samen te brengen, maar ook nog steeds aansturing op componentniveau mogelijk maken”, legt Pascal Kinoo uit.
“Bovendien is communicatie via OPC-UA mogelijk, zodat we makkelijk de verbinding kunnen leggen tussen de Beckhoff Automation-producten, zowel hardware als software, en onze software”, vertelt Pascal Kinoo.
“Je wordt ook altijd serieus genomen door de mensen van Beckhoff Automation als er problemen opduiken”, vult Dirk Stradiot aan. “Ze zoeken dan samen met jou naar een oplossing. Dat is toch een unicum in de automatiseringswereld.”
De CX5230- programmable logic controllers (PLC’s) van Beckhoff Automation vormen het hart van het systeem. Pascal Kinoo: “Nieuwe modellen, zodat het einde van de levensduur nog lang voor ons uitligt. Er zitten er een honderdtal verspreid over het hele gebouw. We hebben de techniek telkens ontdubbeld om de kennis over de juiste mensen te splitsen en in de planning onafhankelijk van elkaar te kunnen werken. Verlichting en alles wat een directe impact heeft op de beleving zit gescheiden van de ‘trage technieken’ zoals HVAC. Maar uiteraard communiceren de PLC’s wel met elkaar.”
Daarnaast werden BK9050-kopstations geïntegreerd die verschillende signalen samenbrengen en dan doorsturen naar de PLC. “Gebouwprotocollen als DALI hebben eigenlijk geen realtime communicatie nodig. Die kopstations zijn dan een makkelijk aan te sluiten en bijzonder betrouwbaar alternatief. Een manier van werken die wel in de industrie gebruikt wordt, maar zelden in gebouwbeheer. Maar ze drukte hier de kosten en de installatietijd”, aldus Dirk Stradiot aan.
De principes van hergebruik en recycling golden overigens ook voor de PLC-programma’s. Dirk Stradiot: “Elke gebruiker gedraagt zich anders, maar 95% van de taken die uitgevoerd moeten worden zijn gelijklopend. We hebben telkens vanuit dezelfde basis gewerkt en per verdieping slechts andere accenten gelegd. Dat maakte ons werk gemakkelijker, maar het zal ook helpen om het gebouw achteraf uit te baten. Je hoeft immers maar één programma te onderhouden om alle verdiepingen aan te sturen.”
Sinds eind januari, een jaar nadat de eerste gebruikers hun intrek namen in het gebouw, worden alle technieken dankzij de inspanningen van VMA en de technologie van Beckhoff Automation gevisualiseerd in VManager. “Als de verlichting uitgaat in een kamer, sluiten de ramen vanzelf, door de koppeling met de liften gaat het licht al branden waar de lift zal stoppen … Mooi om te zien. En er zijn in elk geval maar weinig klachten binnengekomen de afgelopen maanden.”
“Ik heb het nu voor de derde keer bezocht, prachtig hoe alles functioneert in de praktijk. Wat een resultaat!”, besluit Pascal Kinoo.
Neem dan rechtstreeks contact op met Beckhoff Automation.