ATTB, de Belgische vereniging van leveranciers van verwarmingsmateriaal, stelt voor het zoveelste jaar op rij vast dat de vervanging van nog steeds bijna twee miljoen verouderde verwarmingsketels in ons land veel te traag verloopt. Onze gebouwen blijven daardoor veel te veel CO2 uitstoten, waardoor we nooit de Europese klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 zullen halen. De overheid moet dan ook dringend ingrijpen. Waarom niet door het instellen van een LEZ voor verwarmingsinstallaties? Het moet toch mogelijk zijn om, mits de nodige ondersteunende maatregelen, tegen 2030 alle oude ketels te vervangen? De verwarmingssector is er in ieder geval klaar voor.
Om de luchtkwaliteit te verbeteren werd al in Antwerpen, Brussel en Gent een lage-emissiezone ingesteld met een beperkte of verboden toegang voor oude, vervuilende (diesel)wagens. Luik en Charleroi zullen waarschijnlijk volgen. Maar als je weet dat de verwarming van onze gebouwen op jaarbasis bijna evenveel vervuilt als het verkeer, en in de winterperiode zelfs meer, waarom worden er dan geen lage emissiezones voor verwarmingsinstallaties ingesteld? Als onze politici zo bezorgd zijn over de luchtkwaliteit, dat ze honderdduizenden autobezitters voor voldongen feiten stellen, dan zou het vervangen van oude verwarmingsinstallaties toch ook een topprioriteit moeten zijn?
De Belgische klimaatdoelstelling tegen 2020 (5% minder CO2-uitstoot tegenover 2005) kunnen we al niet meer halen. Willen we die van 2030 (- 35%) en 2050 (klimaatneutraal) wel halen, dan moet ons land op korte termijn een heel grote stap voorwaarts zetten. En dat kan, want de technologie om die klimaatdoelstellingen te behalen, bestaat vandaag al.
We bannen terecht verouderde wagens uit de stadscentra, maar verwarmen veel gebouwen in die steden met een technologie die vaak nog veel ouder is. Niet-condenserende gas- of stookolieketels stoten veel meer CO2 uit en verbruiken veel meer energie dan nodig is. Indien we van heel het land een lage-emissiezone voor verwarmingsinstallaties zouden maken, en alle twee miljoen verouderde ketels door condensatieketels of warmtepompen vervangen, zou de CO2-uitstoot zodanig verminderen dat we al een groot deel van de Europese eisen ter zake kunnen respecteren. Een verlaagde uitstoot van 1 ton CO2 per ketel betekent inderdaad 2 miljoen ton minder CO2-uitstoot. En tegelijk besparen we 15.000 GWh, dat is ruim 10% van alle energie die we gebruiken voor het verwarmen van onze gebouwen.
De overheid zou dan wel zo snel mogelijk een definitieve einddatum moeten stellen op het gebruik van niet condenserende atmosferische ketels. En waarom zou dat niet 2030 kunnen zijn? Dat is nog 10 jaar. Alle vervuilende ketels vervangen in een decennium, dat moet toch mogelijk zijn?
In het Verenigd Koninkrijk heeft men besloten tot een versnelde uitfasering van de minst efficiënte verwarmingsketels, in het kader van het Boiler Scrappage Scheme. Daar geeft de overheid via de Energy Savings Trust een kortingsvoucher ter waarde van 400 pond (470 euro) voor de aanschaf van een nieuwe hoogefficiënte verwarmingsketel ter vervanging van een oude ketel.
In Duitsland begon men eerst, in het kader van de EnEV Energieeinsparverordnung die tot doel heeft de CO2-uitstoot drastisch te verminderen, met het labelen van het ketelpark om de eigenaars/bewoners te sensibiliseren. Daarna werd in steeds meer regio’s de vervanging van ketels van 15 tot 20 jaar verplicht. Zo zal men daar op korte tot middellange termijn alle verouderde ketels kunnen verwijderen.
Onze politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen en bij de bevolking zorgen voor een voldoende groot draagvlak voor zo’n LEZ voor verwarmingsinstallaties. Dat kan mits een duidelijke communicatiecampagne en ondersteuning door premies en subsidies, zodat het voor iedereen haalbaar en betaalbaar is.
Maar een LEZ moet ook een afdwingbaar karakter hebben, want grootverbruikers – zoals eigenaars van grote villa’s met verwarmde zwembaden, die eigenlijk prioritair moeten aangepakt worden – zijn minder gevoelig voor een of andere beperkte financiële tegemoetkoming.
In de verwarmingssector geeft Gas.be het goede voorbeeld door een premie van 500 euro te geven aan eigenaars die hun oudere ketel vervangen (vanaf januari 2020 ketels van 20 jaar).
2.000.000 ketels vervangen op 10 jaar tijd, dat is 200.000 per jaar. Kan dat? ATTB is overtuigd van wel.
De sector beschikt over ruim voldoende mogelijkheden en expertise om aan de vraag te voldoen. De oplossingen die de producenten, verdelers en installateurs aanbieden zijn realistisch, future proof en betalen zichzelf terug. De voordelen van condensatieketels zijn inmiddels ruim voldoende bekend, en ook de diverse toepassingen van warmtepompen zijn de kinderschoenen ontgroeid en zijn nu een volwassen technologie, lang niet meer iets voor alleen maar groene jongens.
Wie de vraag om een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou interpreteren als een teken dat de sector om werk verlegen zit, vergist zich. Net als de vorige jaren blijft de verkoop van verwarmingsketels op gas en van alle types warmtepompen duidelijk in stijgende lijn gaan, die laatste met + 30%. Warmtepompboilers kennen, dankzij de premies, zelfs een meerverkoop van 60%, maar vertegenwoordigen nog altijd maar 10% van de markt, 90% blijven gewone elektrische boilers.
Toch is ATTB is niet echt tevreden. Meer dan de helft van onze landgenoten verwarmt nog steeds met een verouderde olie- of gasketel en onze politici moeten daar dringend iets aan doen. Met de technologieën die vandaag beschikbaar zijn, zijn de klimaatdoelstellingen van 2030 perfect haalbaar. We hebben enkel duidelijke, politieke omkadering nodig die de energiesector hierbij begeleidt en stuurt. Een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou een grote stap in de goede richting zijn.